een dag uit mijn leven

26 april 2010

Zou ik een kind van deze tijd zijn, dan had ik mijn labtop meegenomen en hem aangesloten op één van de vele plaatsen in de bibliotheek van Amsterdam.
Maar ik ben kind geweest en de tijd van een labtop voorbij, om veel uiteenlopende redenen.
Dus ben ik tussen de studerende labtop eigenaren aan de lange tafel gaan zitten, met een notitieboekje en een tijdschrift.
Aan het eind van de grote hal voorbij de entree is een verhoging en langs de balustrade daarvan loopt in een sierlijke boog een werktafel, met uitzicht over de hele vloer en een lager gelegen kinderafdeling. De achterwand van die smalle ruimte herbergt tijdschriften van verschillende inhoud.
Meestal werk ik thuis maar soms wil ik de sfeer van een openbare ruimte. Waar gewerkt wordt en waar duizenden boeken de sfeer bepalen.
Het is niet moeilijk om onderwerpen met hulp van Google te vinden. Van tijd tot tijd naar de bibliotheek van Amsterdam gaan heeft zo zijn charme.
Als ik uit het raam kijk, dan zie ik hoog boven de daken een reuzenrad draaien. Kermis op de Dam, weet ik dan en een idee voor een miniatuur wordt geboren.
Het tijdschrift dat over dwangneuroses gaat heeft mij ideeën voor weer een andere miniatuur gegeven en een dag later zal een gesprek met een goede bekende mij opnieuw een idee aan de hand doen. Maar daar in Amsterdam weet ik dat nog niet.
Een miniatuur is voor mij een verhaal van niet meer dan één A-4tje. Twee van mijn hand staan er inmiddels op de webstek van Gyrinus Natator onder het kopje Verhalen.
Ik ga nog even een kop koffie halen, in de ruimte achter de tijdschriftenhoek en besluit dan met lijn 16 naar het VU-ziekenhuis te rijden. Daar ligt mijn bejaarde naamgenote en ik ga haar verrassen.
De rit met lijn 16 is een sentimental journey. Vanaf het CS. al.
De route naar mijn middelbare school begon voor het CS., rechts om het water en bij Blom en van der AA, op de hoek was het eerste stopbord dat nog werd bediend met de hand door een verkeersagent. Wij, tieners, gooiden snoepjes naar hem die hij handig opving en lachend in zijn zak stopte. Zo had de rit zijn vaste hoogtepunten.
Door het centrum langs verschillende plekken waar ik, later, werkte. Dan, de Albert Cuyp waar ik boodschappen deed toen ik in de Pijp woonde. Dan richting Concertgebouw. Voor de Amerikaanse Ambassade het gebouw van mijn middelbare school, nu onderdeel van het Christelijk Lyceum. Links heeft Etty Hillesum gewoond, die het Denkende hart van de barak, schreef en nooit meer terug kwam uit een vernietigingskamp.
Voorbij het concertgebouw, langs de straat waar mijn eerste kamer in Amsterdam een zolderonderdeel was. Twee straten verder het huis waar mijn kinderen geboren zijn en van waar uit wij verhuisden naar Maarssenbroek.
Vrij snel daarna kwam de VU in zicht.
Voor de zieke kocht ik een ballon met Ijoor. Hij hangt aan het voeteneind van haar bed. Bloemen waren niet toegestaan, of ze mocht snoepen wist ik niet, beter van niet, zoute visjes waar ze gek op is, zijn ook even uit den boze.
Een ballon, besloot ik en smaakte het genoegen dat ze in de lach schoot.
Zoals opgemerkt, de meeste tijd van mijn schrijven doe ik achter mijn computer.
Maar wat heerlijk is een dag in Amsterdam, de stad van mijn heimwee, om in die stad mensen te zien en te ontmoeten en ideeën op te doen.

a.vanmeerkerk@zonnet.nl

btemplates

0 reacties:

Een reactie posten